Parabel van de vlinder

Er leefde ooit en ergens een man, die de cocon van een vlinder vond. Hij was benieuwd naar wat er uit de pop zou komen en keek dagenlang of er al wat gebeurde. Op een zeker ogenblik zag hij een klein gaatje in de cocon waardoor de vlinder moeizaam naar buiten trachtte te komen. Het duurde en het duurde en de man kon de worsteling van de vlinder niet langer aanzien. Hij dacht dat de vlinder al zijn kracht had opgebruikt en dat het haar niet lukte op eigen kracht uit de cocon te komen.

De man wilde het de vlinder makkelijker maken, omdat hij medelijden met het arme beestje had. Hij pakte een schaar en maakte het gaatje in de cocon groter, zodat de vlinder makkelijker naar buiten kon. De vlinder maakte dankbaar gebruik van de geboden opening. Tot verbazing van de man was echter het lichaampje van de vlinder opgezwollen en haar vleugels waren klein en verschrompeld.

De man verwachtte elk moment het wonder te kunnen aanschouwen van het ontvouwen van de vleugels, waardoor de vlinder in al zijn pracht zou kunnen wegvliegen en bleef gespannen kijken. Maar er gebeurde niets. De vlinder zou nooit kunnen vliegen en zou haar verdere leven met verschrompeld lijfje en uitgedroogde vleugels alleen kunnen kruipen.

De man, met al zijn goede bedoelingen, had zich niet gerealiseerd dat de worsteling van een vlinder om zich zelfstandig door het nauwe gaatje in de cocon te wurmen niet voor niets moest gebeuren. Dat was namelijk de enige manier om het overtollige vocht uit het lijfje van de vlinder in haar vleugels te pompen, waardoor ze met gespreide vleugels het luchtruim zou kunnen kiezen. Een moeizame strijd die noodzakelijk was voor de vlinder om echt vlinder te kunnen zijn.

Dit verhaal leert dat een worsteling weliswaar zwaar en uitputtend kan zijn, maar tegelijkertijd noodzakelijk om het leven te kunnen leiden waarvoor je bestemd en uitgerust bent.